G. belde me op, vanuit de auto.
'He Rutger! We komen net terug uit Frankrijk, en weet je wat we daar voor dieren bij het huis hadden?! Schorpioenen! Ik heb een schorpioen voor je meegenomen!!
En wat ik al vermoedde bleek zo te zijn: hij had een levende schorpioen voor me meegenomen.
Een paar uurtjes later zat G. hier met een biertje aan tafel, en haalde een glazen potje uit zijn tas, met deze springlevende schorpioen er in:
Een schitterend beestje! Zo'n 3 centimeter lang, met twee scharen en een giftige stekel aan zijn staart. Ik heb de volgende dag een klein plastic terrarium voor hem gekocht, daar een bodempje grond in gedaan, met een schuilplaats en een waterbakje, maar ik zat hard na te denken over het grootste probleem: hoe hou ik die schorpioen in leven? Eigenlijk vond ik dat hij beter rustig in Frankrijk had kunnen blijven, maar een gegeven schorpioen ...enz.
Op internet is makkelijk te vinden dat deze kleine schorpioenen (die verder vrij ongevaarlijk zijn - een wespensteek bezorgt je meer pijn) vooral kleine, levende insectjes eten. En dat is nou net het probleem: ik zou het vreselijk vinden om in een tuin een vriendelijk spinnetje op te zoeken en die bij dit kleine monster in te gooien, en daarmee zijn doodvonnis te tekenen. Ik hou er helemaal niet van om beesten dood te moeten maken (voor steekmuggen maak ik regelmatig een uitzondering).
Maar wat dan? Mijn nieuwe huisdier wil vast niet leven op sla en druiven.
Gelukkig kwam vandaag E. langs, die het ook een prachtig diertje vond, en hij wil hem geloof ik wel hebben. Waarschijnlijk heeft hij minder gewetensbezwaren tegen het voeren van een huisschorpioen.
Hij zal het thuis nog even moeten overleggen.
No comments:
Post a Comment