Sommige dingen zijn vloeibaarder dan andere. Zo is water echt heel erg vloeibaar, bij kamertemperatuur, maar stroop al een stuk minder. Het is moeilijk te geloven, maar het schijnt dat zelfs gewoon glas een héél klein beetje vloeibaar is. Dat vertelde mijn gymleraar op de basisschool al eens aan mij, zeg maar minstens twintig jaar geleden. Hij beweerde dat hele oude ruiten van boven dan ook dunner zijn dan onderaan. Dat is eigenlijk wel grappig: bij een regenbui stroomt dus niet alleen het water over de ruit, ook de ruit zelf stroomt langzaam naar beneden. Natuurlijk gaat dat zo langzaam dat je dat nooit ziet.
In 1927 besloot professor Thomas Parnell daar eens wat proefjes mee te gaan doen. Na wat onderzoek bleek hem dat er één vloeistof waarschijnlijk het allerminst vloeibaar was: teer. Hij nam een trechter, sloot die aan de onderkant af, verwarmde wat teer en liet de trechter vol stromen. Toen het weer afgekoeld was (en dus keihard was geworden, als je er met een hamer op zou slaan zou het helemaal versplinteren) maakte hij de onderkant van de trechter weer open, zodat de teer er langzaam uit zou kunnen stromen.
Sinds 1927 zijn er zeven druppels teer uit de trechter gevallen.
Helaas heeft niemand dat zien gebeuren, maar de kans is een stuk groter dat dat bij de achtste druppel (binnenkort) wel zal gebeuren, omdat er tegenwoordig een webcam op dit erg langlopende experiment gericht staat.
No comments:
Post a Comment